Het was een rommeltje. Maarten Blaauw draait er niet omheen. Na de fusie tot FC Klazienaveen had de nieuwbakken vereniging de scheidsrechterszaken niet goed op orde. Maar hoe anders is dat nu, anderhalf jaar later, met een nieuwe scheidsrechterscommissie én een beleidsplan puur gericht op de arbitrage.

Jarenlang hadden vv Klazienaveen en vv Zwartemeer hun zaakjes prima op orde, maar met het vertrek van scheidsrechterscoördinator Klaas Pol bij eerstgenoemde vereniging én de gezamenlijke jeugdtak KZC ontstond er na de fusie een gat dat maar moeilijk opgevuld kon worden.

Medio 2018 vond een groep dat het zo echt niet verder kon. KNVB-scheidsrechter Kevin Moed, Maarten Blaauw en de oude coördinator van Zwartemeer, Geert van Dijk, vormden het hart van een nieuwe scheidsrechterscommissie. Het moest en zou anders, vonden zij. Om te beginnen legden zij daarom contact met de KNVB, waar procesbegeleider Zwanette Bosch de club van advies ging voorzien.

De eerste stap was het maken van een beleidsplan, speciaal gericht op de scheidsrechters. In dat plan werd beschreven wat er van (nieuwe) scheidsrechters verwacht wordt, wat een scheidsrechter van de club mag verwachten, welke opleidingen er beschikbaar zijn en hoe de club nieuwe scheidsrechters denkt te kunnen werven.

Nee, er was tot op dat moment geen wervingsplan. Blaauw schudt zijn hoofd. Hoe dat dan ging? “Nou er werden gewoon voetballers aangesproken op straat of op het voetbalveld of ze wilden fluiten die zaterdag.” Inmiddels is daarin veel veranderd. “Het is nu stapsgewijs uitgewerkt. Over hoe je iemand het best kunt benaderen bijvoorbeeld. Persoonlijk, via de scholen of online.”

En ook waardering speelt daarin een centrale rol, weet Blaauw. “Dat kan op verschillende manieren. Bij Klazienaveen geven we de scheidsrechters nu een scheidsrechterstenue, een notitieblokje en een fluit als ze beginnen met fluiten. Bovendien kunnen ze een kleine bijdrage krijgen voor het fluiten en betaalt de club voor scheidsrechtersopleidingen als ze die willen volgen.”

En dat blijkt het geval. “Vorig jaar zijn er vijf scheidsrechters gaan fluiten voor de KNVB”, vertelt de scheidsrechterscoördinator trots. Maar problemen leverde het de club niet op. “Want er zijn er van onderuit ook weer een stuk of zes begonnen. Dat zijn vaak jonge jongens uit de JO12, JO13 of JO15. Die zoeken we voorafgaand aan een training als commissie op.” En dat werpt zijn vruchten af. “Je merkt dat als er één gaat fluiten, er al snel anderen volgen.”

De volgende stap is het verkrijgen van het ARAG-certificaat. “Dat willen we heel graag verkrijgen in de nabije toekomst. Als alles goed gaat, hopen we de aanvraag nog dit jaar te kunnen doen.”

Artikel: KNVB.nl